Toen iemand me onlangs vroeg hoe ik me tot de islam had bekeerd, werd ik teruggevoerd en was een beetje verrast. Want ik had nooit over mijn komst naar de islam gedacht als een cruciaal keerpunt. Wanneer begon ik vraagtekens te zetten bij het katholicisme? Wanneer was de eerste keer dat ik moslim wilde worden? De antwoorden op deze vragen en op vele andere vergen veel meer nadenken dan ik me ooit voor had kunnen stellen. Om echt op deze vragen te beantwoorden moet ik helemaal bij het begin beginnen, zodat je begrijpt hoe ik tot een bepaald punt in mijn leven kwam, waardoor ik eindelijk de waarheid van de islam accepteerde. Ik werd moslim op de leeftijd van 67 jaar, en ik dank God dat Hij me de zegening heeft gegeven om een gelovige in de islam te worden.
“En wie wil dat Allah hem leidt, diens borst verruimt Hij voor de islam; en wie Hij wenst te doen dwalen, diens borst maakt Hij nauw en beklemd alsof hij op een hoge berg naar de hemel klimt. Zo legt Allah de bestraffing op aan degenen die weigeren te geloven.”
(Qor’an 6: 125)
Ik ben opgevoed in een streng rooms-katholiek gezin, ik was de middelste dochter van drie kinderen. Mijn vader werkte hard en lang, iedere dag. Hij vertrok iedere dag ’s ochtends vroeg en kwam pas ’s avonds laat weer thuis. Dit allemaal zodat mijn moeder thuis kon blijven en voor mijn zusters en mij kon zorgen. Op een dag kwam onze moeder ons het vreselijke nieuws vertellen dat onze vader een auto-ongeluk had gehad. Hij stierf plotseling en onze hele wereld lag overhoop. Door alle gebeurtenissen en veranderingen zei mijn moeder dat ze weer zou moeten gaan werken. Mijn moeder, die eerder verpleegster was, was nu gedwongen te gaan werken om ons te onderhouden. Ze vond een baan in het plaatselijke ziekenhuis, en werkte vaak dubbele diensten. Maar met deze nieuwe verantwoordelijkheid was mijn moeder niet langer in staat om toezicht te houding op onze opvoeding. En ondanks het feit dat ze ons naar een Katholieke school stuurde, belette haar baan haar om een waakzaam oog op haar dochters te houden.
Met veel vrije tijd, belandde ik met mijn vrienden in de plaatselijke coffeeshops. Daar ontmoette ik een heel aardige moslimman die later mijn echtgenoot werd. Mijn moeder wist niet dat ik tijd met deze man doorbracht. In feite, toen ik haar vertelde dat ik verliefd was en wilde trouwen, waarschuwde ze me dat we uiteindelijk problemen zouden krijgen door onze verschillende achtergronden. Ze deelde mee dat als er kinderen zouden komen in de toekomst, dan zouden er zeker problemen over de religie ontstaan. Op twintigjarige leeftijd kon ik me niet voorstellen dat we ooit problemen in ons huwelijk zouden hebben. Ik was zo verliefd en in de wolken dat iemand voor me zou zorgen. Mijn man was toen niet een erg religieuze man, en ergens diep in mijn binnenste voelde ik dat ik hem wel tot het katholicisme zou kunnen bekeren. Wat onze verschillende etnische achtergronden betrof beschouwde ik mezelf erg ruimdenkend en ik stond klaar een nieuwe cultuur te aanvaarden.
Een aantal jaren lang leek alles zo perfect te gaan. We waren gelukkig en het gebeurde geen enkele keer dat cultuur of religie bij ons problemen veroorzaakten. God zegende ons met een prachtige zoon en daarna een paar jaar later met een beeldschone dochter. We gingen door met ons leventje en ik begon zelfs om mijn kinderen mee te nemen naar de kerk. Mijn man stond me nooit in de weg als ik ’s zondags de wekelijkse mis bijwoonde. Toen ik de kinderen echter een paar keer mee had genomen naar de kerk, sprak hij hierover tegen me, en zei dat hij niet wilde dat zijn kinderen naar de kerk zouden gaan. Eerlijk gezegd was ik boos en overstuur. “Maar waarom niet,” wierp ik tegen. “Iedere religie is beter dan helemaal geen,” pleitte ik. Ik kon echt niet begrijpen wat er nadelig in was als ik mijn kinderen mee naar de kerk nam. Tot we bij dit punt belandden, hadden we nooit eerder gesproken over de religie. Eigenlijk had ik nooit in twijfel getrokken dat er een andere religie dan Katholicisme zou kunnen zijn. Ik was als katholieke geboren en dacht dat Katholicisme het juiste geloof was. Het is niet goed uit te leggen dat het leek alsof het vanaf die dag leek dat zoveel problemen duidelijk werden. We ruzieden – we hadden ruzie over alles en iedereen. Kleine dingen werden nu belangrijk. Religie werd een onderwerp waar we over ruzieden. De verschillen tussen onze culturen werd iets waar we over ruzieden. We ruzieden over de schoonfamilie en heel betreurenswaardig ruzieden we over de opvoeding van onze kinderen. Alles waar mijn moeder ons voor had gewaarschuwd werd nu bewaarheid.
De einige vrede en harmonie die tussen ons bestond was de wijsheid, oprechtheid, bekommernis en liefde die er bij mijn mans vader, mijn schoonvader, voor ons huwelijk bestond. Mijn schoonvader hield van zijn zoon en zijn kleinkinderen, en hield tot nu toe oprecht van me als een dochter. Hij was een erg religieuze en toegewijde moslim en een erg wijze man. In die tijd was mijn schoonvader mijn eerste introductie naar de islam, omdat ik niet werd omringd door de islam. Hij verrichtte alle gebeden, vastte tijdens de Ramadan, en was heel vrijgevig voor de armen. Ik kon zijn verbinding met God voelen. In feite was mijn schoonvader zo vriendelijk voor de behoeftigen, dat hij iedere dag na wanneer hij na het dhuhr gebed thuiskwam iedere arme persoon uitnodigde voor het middageten. Dat deed hij iedere dag. Familieleden herinneren zich dat hij met deze gewoonte doorging tot hij stierf op de leeftijd van 95 jaar.
Mijn schoonvader hield niet van het geruzie tussen mijn man en ik en hij raadde ons aan een oplossing te zoeken voordat de kinderen hieronder zouden lijden. Hij probeerde wanhopig om een oplossing voor ons te vinden. Hij spoorde zijn zoon aan om me een kamer te geven waarin ik mijn religie kon beoefenen, maar het ging al niet meer alleen om de religie. Ik voelde me gefrustreerd en wilde een verandering. Toen ik mijn man vroeg om een tijdje uit elkaar te gaan, stemde hij toe dat het misschien de beste oplossing was voor ons huwelijk. Je kent het gezegde ‚Afwezigheid versterkt de liefde’ maar dat was bij ons niet het geval. In feite groeiden onze harten nog verder uit elkaar door elkaars afwezigheid. Na deze scheiding wilden we allebei een definitieve scheiding. Hoewel ik verschrikkelijk graag wilde dat mijn kinderen bij mij zouden wonen, vonden we het beide toch beter voor de kinderen als ze door hun vader zouden worden opgevoed. Hij had het financieel veel beter en was in staat hem goed op te voeden en hen gerieflijkheid te geven; iets waar ik niet toe in staat was. Wat verlangde ik iedere nacht naar hen! Ik ging terug bij mijn moeder inwonen en zag mijn kinderen ieder weekend. Mijn ex bracht de kinderen iedere vrijdagmiddag en kwam ze zondagochtend vroeg weer ophalen. Hoewel deze regeling me pijn deed was het beter dan niets.
Ieder nacht voordat ik ging slapen las ik in de Bijbel. Wanneer mijn kinderen op bezoek waren las ik hen een stukje voor, ongeacht of ze het begrepen of niet. Na het lezen van een passage vroeg ik de ene nacht de hulp van Jezus, de daaropvolgende nacht hulp van de engelen, de nacht daarop van de andere heiligen, de volgende nacht van de Maagd Maria. Maar op een nacht hadden we niemand die we konden vragen, ik was door de Heiligen heen. Dus zei ik: ‚Nu gaan we God vragen.’. Hij zei: ‘Ok, en wie is God dan?’ Ik zei: ‘Hij is degene die jou heeft geschapen, die mij heeft geschapen. Hij is voor eeuwig onze naaste’. Daar dacht hij dus over na, hij zat over deze woorden na te denken. Als toelichting wreef ik over mijn crucifix. Ik zei: ‘Bedank God nu dan’. Hij keek naar de crucifix en zei ‘Mamma, wie is dat?’ Ik zei: ‘Dat is God. Hij is de zoon van God’. Hij zei: ‘Je vertelde me net een minuut geleden dat God eeuwig is. Hoe kan het dan dat deze dood is?’ Ik had me nooit in mijn leven dat feit beseft. Hij vroeg me waar deze god vandaan kwam? En ik zei dat hij uit de baarmoeder van Maria was gekomen, uit de Maagd Maria. Hij zei: ‘O, dus dan is zij dus een tijd eerder geboren.’ Ik zei: ‘Ja, inderdaad’. Maar toen zei hij ‘Maar je vertelde me dat hij eeuwig is. Hij sterft niet en hij is nooit geboren. Mijn zoon die nu ongeveer acht jaar oud was, vroeg me terstond: ‚Mamma, waarom vraag je God niet gewoon voor hulp?’ Ik was verbaasd en stond perplex en ik herinner me dat ik me een beetje geshockeerd voelde omdat hij vraagtekens zette bij mijn religie. Ik vertelde hem dat ik God ook vraag. Ik was me er nog niet van bewust dat deze zoon op zou groeien en een voortdurende doorn in het oog zou zijn, die me altijd herinnerde aan de behoefte om de Ene, Ware God te aanbidden. Godzijdank.
Ik hertrouwde een aantal jaren later en verhuisde naar Australië met mijn nieuwe echtgenoot. Mijn ex-man die ook was hertrouwd verhuisde met zijn gezin naar Saoedi Arabië. Ik verlangde ernaar om mijn kinderen te zien, maar uiteindelijk begon ik een nieuw gezin in Italië waar ik moeder werd van nog drie dochters. Nog steeds bad ik iedere nacht: ‚In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.’ De jaren gingen snel en druk voorbij. Een bepaalde zomer was ik erg opgewonden, mijn zoon en dochter zouden me komen bezoeken. Er gingen zoveel dingen door mijn hoofd. Zouden ze blij zijn om me na zoveel jaren van afwezigheid te zien? Waar zouden we over praten? Ik bad om hulp. Al mijn angsten vielen van me af zodra ik hen op het vliegveld in het oog kreeg. Er was een onmiddelijke band tussen moeder en kinderen en het was alsof er maar heel weinig tijd was verstreken. Mijn zoon praatte het meest van de twee. Hij herinnerde me eraan dat ze geen varkensvlees aten, noch konden ze iets eten wat alcohol bevatte. Ik zei dat ik me dat nog herinnerde over zijn religie. Ik vertelde hem ook dat ik ook geen varkensvlees at, noch alcohol dronk, een gewoonte die ik aan had gehouden sinds ik met zijn vader was getrouwd. Wat de wijn betrof, ach, ik kon zo lang ze bij me verbleven wel zonder wijn koken.
We hadden een heerlijke zomer, leerden elkaar kennen, zij leerden hun nieuwe zusjes kennen. We gingen picknicken, maakten uitjes, en gingen zwemmen. Ik wilde dat het niet zou stoppen. Maar ik wist dat ze hun eigen leven hadden in Saoedi Arabië en terug moesten. Ik stelde mijn dochter met vrees de vraag hoe haar stiefmoeder haar behandelde, en ik was werkelijk blij toen ze zei dat ze als een dochter werd behandeld.
Na die zomer bezochten mijn beide kinderen me nog twee keer. Toen mijn zoon 21 jaar werd kwam hij 6 maanden lang bij me wonen. We discussieerden en ruzieden over de religie – mensen, mensen, wat ruzieden we over de religie! Mijn zoon en ik hebben wel ongeveer hetzelfde karakter, maar we hebben ook verschillen – en zeer duidelijk daarover! Terwijl ik erg heetgebakerd ben bij discussies is mijn zoon een stuk kalmer, hij behoudt zo zijn kalme houding terwijl ik bijna door het lint ga! Ondanks deze botsingen geloof ik dat het in ons voordeel werkt en dat we zo een soort evenwicht in onze discussie vinden. We hebben veel dingen gemeen zoals het feit dat we liefhebbende, gulle en behulpzame mensen zijn. Wat ik het meest bewonder in mijn zoon is zijn toewijding bij vrijwel alles wat hij doet. Hij is een lieve, aardige persoon, maar is zeer strikt in morele kwesties, en doelt erop alles te bereiken wat hij in zijn hoofd heeft, iets waar ik veel respect voor heb. Ik bewonder zijn bekwaamheid om evenwichtig te blijven in de meest stressigste situaties. Hij is erg logisch ingesteld en blijft niet te lang lang staan bij een probleem. Hij probeert alleen maar om oplossingen te vinden en situaties zo veel mogelijk te neutraliseren. Ik ging door met bidden dat mijn zoon het over zijn hart zou verkrijgen om zich tot het Katholicisme te bekeren. Ik wenste zo vurig dat hij een priester zou worden—ik voelde dat hij het prima zou doen als priester. Hij was een goede jongen, en bovendien godvrezend. Goede kwaliteiten voor het priesterschap. Wanneer ik hem eens zei dat hij een goede priester zou kunnen worden, glimlachte hij en antwoordde dat het waarschijnlijker zou zijn dat ik een moslima zou worden dan dat hij een katholieke priester zou worden.
Na 6 maanden liet mijn zoon echter weten dat hij graag naar de Verenigde Staten wilde vertrekken. Hij vestigde zich uiteindelijk in Amerika en had een huis in Miami, Florida. Ondertussen was ik weduwe geworden met nog één tienerdochter in huis. Mijn zoon wilde erg graag dat ik bij hem in Amerika zou komen, ik vertrok zodoende met mijn 17 jaar oude dochter naar de Verenigde Staten. We hadden het erg naar onze zin in Amerika en mijn dochter begon al snel een eigen leventje. Wat mijn zoon en ik betreft was er niets veranderd – we bleven praten over het katholicisme en de islam en geen van beide wilde ‚opgeven’. Soms wanneer het onderwerp van de Drie-eenheid ter sprake kwam en ik geen antwoorden kon vinden ter weerlegging, deed ik mijn handen omhoog en liep dan weg. Ik werd dan erg kwaad want ik zag het als een aanval op mijn religie.
“Waarom kan je niet als alle anderen zijn,“ vroeg ik. “Andere moslims accepteren me en proberen me niet te bekeren.“ “Ik ben niet zoals de anderen,“ zei hij. “Ik hou van jou. Ik ben je zoon en ik wil dat je naar het Paradijs gaat.“ Ik vertelde hem dat ik naar het Paradijs zal gaan—ik ben een goede, eerlijke vrouw die niet liegt noch bedriegt. Hij smeekte me om te lezen en te leren en de islam te ontdekken. Er werden boeken gebracht zodat ik mijn geest open zou stellen. Ik weigerde. Ik ben katholiek geboren, en zal katholiek sterven.
Tijdens de volgende 10 jaar bleef ik dicht bij mijn zoon, zijn vrouw en gezin. Ik wilde echter ook graag wat tijd met mijn dochter doorbrengen, die nog steeds in Saoedi Arabië woonde. Het was niet gemakkelijk om een visum te krijgen. Mijn zoon grapte dat ik me alleen maar hoefde te bekeren om in aanmerking te komen voor een Umrah visum. Ik zei onbuigzaam dat ik niet een moslim was. Na veel hard werk en wat connecties, gaven ze me een bezoekersvisum om mijn dochter te bezoeken, die nu de moeder van drie kinderen was. Voordat ik vertrok, omhelsde mijn zoon me stevig, en vertelde me hoeveel hij van me hield, hoe graag hij het Paradijs voor me wenste. Hij ging verder met het zeggen dat hij alles had dat hij wilde hebben in zijn leven, behalve een moeder die moslim was. Hij vertelde me dat hij iedere dag God (Allah) smeekte dat Hij (SWT) mijn hart zou veranderen om de islam te accepteren. Ik zei tegen hem dat dat nooit zou gebeuren.
Ik ging op bezoek bij mijn dochter in Saoedi Arabië en werd verlief dop het land, het weer en de mensen. Ik wilde niet vertrekken na de zes maanden en vroeg dus een verlenging aan. Ik hoorde de athan (de oproep voor het gebed) vijf keer per dag en zag dan de gelovigen hun winkels sluiten om te gaan bidden. Alhoewel dat me erg raakte, bleef ik doorgaan om iedere ochtend en iedere avond in mijn Bijbel te lezen, en bad doorlopend de rozenkrans. Geen enkele keer probeerde mijn dochter of welke andere moslim dan ook om mij te bekeren of met me over de islam te praten. Ze respecteerden me en lieten me mijn religie uitoefenen.
Mijn zoon zou naar Saoedi Arabië komen om me te bezoeken. Ik was zo gelukkig – ik had hem vreselijk gemist. Hij was er nog maar net of hij begon al weer over de religie te praten, over de Eenheid van God. Ik was kwaad. Ik zei tegen hem dat ik nu al langer dan een jaar in Saoedi Arabië was en dat niemand, geen enkele keer tegen me had gesproken over de religie. En hij was er nog maar net, tijdens zijn tweede nacht hier, en begon al weer te prediken. Hij verontschuldigde zich en zei dat het einige dat hij wilde is dat ik de islam zou accepteren. Ik vertelde hem opnieuw dat ik het Christendom nooit zou verlaten. Hij vroeg me over de Drie-eenheid en vroeg hoe ik in iets kon geloven dat totaal niet logisch was. Hij herinnerde me eraan dat zelfs ik mijn vragen daar bij had. Ik zei dat niet alles logisch hoeft te zijn—je moet gewoon overtuigd zijn. Het leek erop dat hij dit antwoord accepteerde en ik was blij dat ik eindelijk de discussie over de religie had gewonnen. Toen vroeg mijn zoon me om het wonder van de geboorte van Jezus aan hem te vertellen. Aha, dacht ik! Ik begin eindelijk iets te bereiken. Ik legde de miraculeuze geboorte van Jezus uit, de Maagd Maria, Jezus die stierf voor onze zonden, God die Zijn Geest in hem blies, Jezus als God, Jezus als de Zoon van God. De hele tijd terwijl ik sprak was hij stil—geen weerlegging—mijn zoon, stil? Daarna vroeg hij rustig: “Mamma, als Jezus op Vrijdag stierf voor onze zonden, en daarna zoals je zegt drie dagen later werd herrezen op een Zondag, wie bestuurde de wereld dan tijdens die drie dagen? Mamma, leg dat eens uit?” Ik dacht na over de logica in deze vraag en op dat moment wist ik dat het niet logisch was.
Ik zei: “Jezus was de zoon van God. Jezus en God zijn een en dezelfde. Mijn zoon antwoordde: “Koeien krijgen kalveren, kleine koeien. Katten krijgen katjes, kleine katjes. Mensen krijgen kinderen, kleine mensjes. Als God een zoon heeft, wat is dat dan? Een kleine God? En als dat zo is, hebben jullie dan twee Goden?” Toen vroeg hij: “Mamma, kan jij ooit een God worden?” Wat een belachelijke vraag zei ik tegen hem. Mensen kunnen nooit een God zijn. (Ik begon nu echt kwaad te worden). Toen vroeg hij: “Was Jezus een mens?” Ik antwoordde: “Ja.” Hij zei toen “Daarom kan hij nooit God zijn.” De bewering dat God een man werd is ook absurd. Het past niet bij God om menselijke karaktertrekken aan te nemen omdat dat zou betekenen dat de Schepper Zijn schepping is geworden. De schepping is echter een product van de creatieve daad van de Schepper. Als de Schepper Zijn schepping zou worden, zou dat betekenen dat de Schepper Zichzelf schiep, wat absurd is. Om te worden geschapen, zou Hij niet moeten bestaan, en als Hij niet zou bestaan, hoe zou Hij dan kunnen scheppen? Bovendien zou als Hij was geschapen betekenen dat Hij een begin had, wat het feit tegenspreekt dat Hij eeuwig is. Per definitie heeft de schepping een schepper nodig.. Geschapen wezens moeten om in het leven te worden geroepen een schepper hebben..God kan geen schepper nodig hebben omdat God de Schepper is. Zodoende is er in de bewoordingen een duidelijke tegenspraak. De bewering dat God Zijn schepping werd suggereert dat Hij een schepper nodig zou hebben, hetgeen een belachelijk idee is. Het spreekt het fundamentele denkbeeld tegen dat God niet geschapen is, en geen schepper nodig heeft maar zelf de Schepper is. Wetend dat ik hier geen antwoord op had antwoordde ik hem: „Laat me over het antwoord nadenken.”
Die nacht dacht ik lang en diep na over wat mijn zoon had gezegd. Het idee van Jezus als de zoon van God was niet meer logisch in mijn ogen. Ik kon ook het feit niet meer accepteren dat Jezus en God één en dezelfde zouden zijn. Voordat ik die nacht ging slapen zei mijn zoon tegen me om God te smeken voordat ik zou gaan slapen om Hem alleen te vragen mij op de juiste weg te leiden. Ik beloofde mijn zoon dat ik God oprecht voor het antwoord zou smeken. Ik ging naar mijn kamer en las in het boek dat mijn zoon me had gegeven. Vervolgens sloeg ik de Heilige Qor’an open en begon te lezen. Het was alsof er iets uit mijn hart was opgestegen. Ik voelde me anders. Ik zag de waarheid in de islam. Waar had ik al die jaren tegen gevochten?
Die nacht bad ik tot God alleen—niet tot Jezus, niet tot Maria, niet tot de engelen of de heiligen of de heilige geest. Alleen maar tot God en ik huilde en vroeg om leiding. Ik bad dat als de islam de juiste keus was om dan mijn hart en ziel te veranderen. Ik ging slapen en toen ik de volgende ochtend wakker werd deelde ik mijn zoon mee dat ik klaar was om me tot de islam te bekeren. Hij was stomverbaasd. We begonnen allebei te huilen. Mijn dochter en kleindochter werden geroepen en keken toe toen ik toegaf:
أشهد أن لا إله إلاَّ الله و أشهد أن محمد رسول الله
“ASH-HADU ANLA ELAHA ILLA-ALLAH WA ASH-HADU ANNA MOHAMMADAN RASUL-ALLAH”.
Er is geen God behalve Allah en Mohamed (vzzmh) is Zijn Boodschapper en Laatste Profeet.“
Shahada / Verklaring van geloof video
Ik voelde me een andere vrouw. Ik was gelukkig, alsof iemand een sluier van duisternis van mijn hart had opgeheven. Iedereen die me kende kon het niet geloven dat ik me had bekeerd. Soms kon ik het zelf niet eens geloven! Maar de islam voelde zo goed, zo vredig, zo sereen!
Nadat mijn zoon terug ging naar de Verenigde Staten, leerde ik hoe ik Soera el-Fetiha in het Arabisch moest opzeggen en daarna hoe ik het gebed moest verrichten. Ik ging door met hetzelfde leven als eerder, met het verschil dat ik nu moslima was. Ik hield er altijd al van om familiebijeenkomsten bij te wonen met mijn dochter, en ook sociale evenementen. Ik ging mee naar trouwerijen in de familie en van vrienden, henna feestjes, feestelijkheden bij de geboorte (aqiqah) en het bijeenkomen als er iemand was overleden. Ongeveer 6 maanden nadat ik me tot de islam had bekeerd, waren we bij een bijeenkomst na een sterfgeval. Het was een overlijden dat mijn hart erg raakte, en versterkte het gevoel wat een prachtige religie de islam is. Een jongetje was na een ziekte overleden. Terwijl mijn dochter zich klaarmaakte om te vertrekken om de familie te condoleren, vroeg ik haar of ze de familie goed kende. Ze antwoordde ontkennend. “Waarom ga je dan?” vroeg ik. “Omdat de familie in rouw is, en het mijn plicht in de islam is om te gaan door alle steun te geven die ik kan.” Ik besloot me om te kleden en met haar mee te gaan. Ik ging samen met mijn dochter om de familie van het jongetje te condoleren en was overweldigd door het grote aantal mensen die er waren. Ik was verbaasd en ontroerd dat er zoveel mensen waren gekomen om de familie te steunen. Alles waar ik aan kon denken toen ik de verdrietige familie zag, was hoe mooi de islamitische religie is, waardoor zoveel mensen het als hun verantwoordelijkheid zagen om steun te geven. En tijdens dat gebeuren waarbij moslims zo’n grote blijk van sympathie gaven, voelde ik ook weer het moment waarop de schoonheid van de islam werd bewezen.
Ik ben nu drie jaar moslim, Alhamdoelillah. Sindsdien heb ik twee keer de Umrah verricht met mijn zoon en dochter. Mijn zoon, dochter en ik bezochten de Ka’ba en de Heilige Moskee van de Profeet in Medina. Ik heb net mijn 70e verjaardag gevierd Alhamdoelillah. Soms denk ik terug aan al die moeilijke tijden en verdriet die ik mijn zoon aan moet hebben gedaan. Ik vraag me ook af dat als mijn dochter wat meer druk zou hebben gebruikt, dan was ik misschien eerder moslim geworden. Maar mijn zoon herinnerde me eraan dat Allah de beste planner is. En het is alleen Hij (SWT) die iemand Hideya (Leiding) kan geven. Lees het vers uit de Qor’an:
“Voorwaar, jij kunt degene die jij liefhebt geen leiding geven. Maar Allah leidt wie Hij wil, en Hij kent degenen die leiding volgen het best.”
(Qor‘an 28:56)
Ik dank Allah elke dag dat Hij mij deze eer gaf, en mij zegende door me op het pad van de islam te leiden en me een moslim te laten zijn.
« AMEEN »